Veelgestelde vragen over uw elektrische wagen thuis laden

U kunt uw wagen thuis laden via een stopcontact of een laadpaal. Een elektrische wagen opladen vraagt veel stroom. Dit kan uw elektriciteitsvoorziening overbelasten en hierdoor wordt het dus afgeraden om uw EV via het stopcontact op te laden. Voor hybride wagens kan het wel. Afhankelijk van het bedrijf waarvoor u werkt wordt er ook een smart cable ter beschikking gesteld om aan het stopcontact te laden. Deze kabel registreert hoeveel u laadt en hoeveel uw bedrijf u dient terug te betalen voor de kosten van elektriciteit.

Om uw elektrische wagen efficiënt, veilig en sneller op te laden, kunt u een laadpaal installeren. Uw werkgever werkt vermoedelijk al samen met een partner voor laadinfrastructuur en kan u hierbij begeleiden.

Het laadproces voor elektrische wagens is vrij vanzelfsprekend: u connecteert uw wagen met de laadpaal of stopcontact via de juiste laadkabel die u bij uw wagen geleverd kreeg. De correcte laadkabel wanneer u aan een laadpaal wilt laden (ongeacht of deze publiek of privé is) is de kabel met 2 gelijke uiteinden. Sommige laadpalen, en zeker de snelladers, hebben een vaste kabel die u kunt gebruiken.

Bij thuis laden aan een stopcontact kunt u de laadkabel gebruiken die aan een uiteinde een traditioneel stekkeruiteinde heeft.

Bij bepaalde typen wagens, zoals hybride wagens, kunt een smart cable ontvangen van uw werkgever. Dit komt niet standaard bij elke wagen, maar is afhankelijk per bedrijf. Dit type kabel registreert hoeveel u laadt van thuis en geeft door aan uw werkgever hoeveel het bedrijf u dient terug te betalen voor uw elektriciteitsverbruik.

Sommige laadpalen starten met het opladen van uw wagen zodra de wagen geconnecteerd wordt, het zogenoemde “Plug & Charge”. In het andere geval kunt u de laadpaal starten door de laadkaart of laadpas te gebruiken die u wordt aangeleverd door Alphabet of haar partner, tenzij anders bepaald door uw bedrijf. 

Wanneer uw wagen opgeladen is, stopt u het laadproces door uw wagen te deconnecteren van de laadpaal. Tot slot, kunt u de kabel uittrekken en opbergen in uw wagen.

Let op: de meeste wagens laten u de laadkabel niet uittrekken wanneer de wagen niet ontgrendeld is.

Lees onze blog en ontdek meer over hoe laadpalen werken.

Uw slimme thuislaadstation registreert de kWh die naar uw voertuig vloeit. Op basis van die registratie zal de laadpuntoperator maandelijks rechtstreeks aan u een vast bedrag per kWh terugbetalen. U betaalt nog wel uw energieleverancier, maar het deel voor het opladen van uw wagen recupereert u dus. We adviseren wel om uw maandelijkse voorschotfactuur te laten verhogen, om verrassingen bij uw eindafrekening te vermijden. Het bedrag dat onze partner u terugbetaalt wordt via het leasecontract doorbelast aan uw werkgever. 

De terugbetaling van de verbruikte elektriciteit bij het thuisladen kan op twee manieren gebeuren:

Via de werkelijke kosten: 

Hierbij geeft u, de werknemer, uw werkelijke kost voor elektriciteit op. Het is belangrijk dit tarief waarheidsgetrouw in te vullen, zodat u bij controle van de fiscus kunt aantonen dat er geen verdoken inkomen zit in de terugbetaling van de laadkosten. 

Om het eenheidstarief te bepalen, maakt u de som van volgende kosten op uw factuur: leveringskosten + energiebelasting + opslag duurzame energie + BTW van toepassing op dat bedrag. Die som drukt u uit in een bedrag in euro/kWh. Als u een dubbele meter heeft, maakt u het gemiddelde van beide tarieven.

Via een forfaitair tarief:

Momenteel (zeker tot 31 december 2025) is het nog mogelijk dat uw werkgever via een forfaitair tarief de terugbetaling voorziet. Dit kan op twee manieren: via het CREG-tarief per gewest of via een ‘nationaal’ tarief. 

Uw werkgever kan het CREG-tarief hanteren. Dit CREG-tarief wordt vier keer per jaar bepaald en verschilt per gewest volgens de woonplaats van de werknemer. Het tarief voor het eerste kwartaal van 2025 is gebaseerd op de gemiddelde prijzen van augustus, september en oktober. Voor het Vlaams Gewest gaat het om 28,22 cent/kWh, Voor het Brussels Gewest om 32,94 cent/kWh en voor het Waals gewest om 32,56 cent/kWh.

De tweede mogelijkheid is een ‘nationaal’ tarief. Hierbij gebruikt de werkgever één vast tarief zonder rekening te houden met de woonplaats van de werknemer, gebaseerd op het referentietarief in de omzendbrief. In dat geval is het maximaal vast tarief per kWh gelijk aan het laagste tarief dat geldt in één van de gewesten voor het betrokken kwartaal. Deze keuze geldt voor het gehele kalenderjaar. 

Let op: de CREG-tarieven zijn een maximum bedrag. In beide systemen mag een werkgever dus ook minder betalen.

Alphabet werkt via providers met het forfaitair tarief per gewest of met de werkelijke kosten.

Om het piekverbruik niet te hoog te laten oplopen, is het aangewezen om een maximum laadsnelheid in te geven. Dit kan vaak via de instellingen in de wagen. Ook het moment van opladen kan een positieve invloed hebben op het piekverbruik. Zo kunt u de wagen ‘s nachts laten laden en ‘pieken’ vermijden.

Ja. U verbruikt meer door uw wagen op te laden en dus gaat uw factuur omhoog. Het meerverbruik voor het opladen van uw EV of PHEV wordt echter maandelijks terugbetaald. We adviseren u om de maandelijkse voorschotfactuur te laten verhogen en zo verrassingen bij de eindafrekening te vermijden.

Ja. In Europa wordt bijna uitsluitend met een type 2 kabel (Mennekes) gewerkt. Deze zou nu standaard moeten zijn voor alle in Europa geleverde wagens. Sommige oudere modellen Amerikaanse (behalve Tesla) of Aziatische wagens leverden vroeger laadkabels met een Chademo (type 1 stekker).

Bi-directioneel laden wil zeggen dat er stroom van uw wagen terug naar uw laadpaal vloeit. Deze stroom kan dan thuis gebruikt worden of kan opgeslagen worden in een thuisbatterij. Momenteel zijn er slechts enkele wagens en laadpalen die deze functionaliteit hebben. Echter is er nog geen wetgevend kader rond en zal dit voorlopig nog niet vaak in gebruik genomen (mogen) worden.

Load balancing is een systeem in het laadpunt dat elke seconde het energieverbruik meet en ervoor zorgt dat de beschikbare stroom verdeeld wordt over het laadpunt en de rest van het huishoudelijk netwerk om stroomuitval te voorkomen. Load balancing kan enkel ingesteld worden als er een digitale meter aanwezig is in het huis of als er een optionele load balancing module werd geïnstalleerd.

U kunt uw verbruik en de individuele laadsessies opvolgen via het online portaal van onze partner.

Neen. Einde contract wordt het thuislaadstation administratief ontkoppeld van de wagen, en gekoppeld aan het contract van de nieuwe elektrische wagen. Bij het afsluiten van een nieuw contract voor een elektrische wagen dient een thuislaadstation niet opnieuw als accessoire gekozen te worden als de woning van de bestuurder al is voorzien van een passend laadpunt.

Een ‘gewoon’ huishoudelijk stopcontact levert 2,3 kW. Daarom is het niet aan te raden om uw Elektrisch voertuig (EV) aan dergelijk stopcontact op te laden. Niet alleen zal het laden erg lang duren, maar u riskeert ook het stopcontact te overhitten met brandgevaar tot gevolg.

Neen. De smart cable, die enkel bedoeld is voor thuisladen, registreert de vermogens die naar uw wagen vloeien. Op basis van die gegevens zal de terugbetaling van het thuisverbruik gedaan worden. OPGELET: een smart cable wordt best enkel thuis gebruikt. Terugbetaling van de verbruiken is gekoppeld aan de IBAN en EAN-code van de elektriciteitsmeter van het opgegeven thuisadres. In geval van het gebruik van een smart cable, is een laadkaart enkel nodig voor publiek laden, of het activeren van een laadpaal op het bedrijf (afhankelijk van het opzet en de afspraken die daaromtrent gemaakt zijn op het bedrijf).

(1) Bestel uw elektrische wagen. (2) Wij geven uw bestelling door aan onze partner voor laadinfrastructuur. (3) U krijgt een vragenlijst van onze partner, waarmee u de situatie van uw elektrisch systeem in kaart brengt. Deze is door u in te vullen, eventueel met de hulp van onze partner. (4) Indien stap 3 niet voldoende duidelijkheid brengt, plant onze partner nog een fysiek bezoek in. (5) Onze partner voor laadinfrastructuur bezorgt een finale offerte voor installatie. Na goedkeuring door uw werkgever, bestelt Alphabet de wagen bij de dealer en het laadpunt bij onze partner voor laadinfrastructuur. (6) Onze partner voor laadinfrastructuur plant de installatie van het thuislaadstation in, twee tot vier weken voor de geplande afleverdatum van uw elektrische wagen.

Vóór de installatie van een thuislaadstation wordt een vragenlijst gestuurd, en indien nodig een controlebezoek uitgevoerd. Daaruit zal blijken of uw elektrisch systeem voldoet of niet. Als er aanpassingen moeten gebeuren, dient u daarvoor óf uw netwerkbeheerder óf uw elektricien te raadplegen – afhankelijk van de aard van de aanpassingen.

Enkele persoonlijke gegevens zoals uw adres, bankrekeningnummer voor de terugbetaling en de EAN-code van uw elektriciteitsmeter. Om een thuis laadpaal te mogen installeren, moeten drie partijen toestemmen: (1) De eigenaar van het pand waar het thuislaadstation geïnstalleerd wordt, omdat er ingegrepen wordt aan zijn eigendom. Het thuislaadstation wordt ook eigendom van de eigenaar van het pand “door bestemming”. (2) De elektriciteitscontractant: degene die een overeenkomst heeft met een elektriciteitsleverancier voor de elektriciteit die in het pand verbruikt wordt. Diegene betaalt ook het verbruik aan de leverancier en wordt daarvoor vergoed door onze partner voor laadinfrastructuur. (3) De bestuurder: de eindgebruiker van het thuislaadstation.

Het thuislaadstation wordt zo dicht mogelijk bij de afleverdatum van de wagen geïnstalleerd. Onze richtdatum is: tussen een maand en een dag voor aflevering. Doorgaans is dat 2 à 4 weken voorafgaand aan de aflevering van de nieuwe wagen.

Enkel voor het thuislaadstation. Als er geen geldige elektrische keuring (meer) is voor de rest van het huis, is het aan de eigenaar om een algehele keuring van het elektrische installatie te voorzien.

De thuislaadstations die Alphabet laat plaatsen zijn voorzien om buiten te staan. Ze kunnen ook binnen geïnstalleerd worden, al is reeds gebleken dat sommige brandweerzones de installatie van thuislaadstations binnen niet meer goedkeuren wegens bereikbaarheid bij eventuele brand. Volgens de providers is het echter volledig veilig een thuislaadstation binnen te installeren, en zij proberen de regelgevers tot een duidelijk standpunt te bewegen.

Neen. De bestaande leverancier factureert het volledige verbruik van de gezinswoning aan het gezin. Door middel van het slimme thuislaadstation detecteert de laadpuntoperator hoeveel stroom er verbruikt wordt voor het laden van de wagen. Dat verbruik wordt aan een vaste kWh-prijs maandelijks terugbetaald aan het gezin door de laadpuntoperator. Dit staat volledig los van wie de energieleverancier van de woning is. De laadpuntoperator zorgt er aan de andere kant voor dat het verbruik voor het laden van de wagen doorbelast wordt naar de werkgever via het leasecontract of de laadkaartovereenkomst.

Er is een meldingsplicht voor laadstations voor elektrische wagens ingevoerd. Alle laadstations die u aansluit op het laagspanningsnet met een laadvermogen van meer dan 5 kVA (Kilovolt-Ampère) moet u aanmelden bij de netbeheerder. Deze verplichting geldt zowel voor (semi-)publieke als private laadstations. De informatie die de netbeheerder op deze manier ontvangt, zal ze toelaten om gerichte aanpassingen uit te voeren aan het elektriciteitsdistributienet.

Hierbij een overzicht van de netbeheerders voor de verschillende landsdelen:

• Vlaanderen: Fluvius
• Brussels Hoofdstedelijk Gewest: Sibelga
• Wallonië (75% dekking): 
  • ORES
  • AIEG
  • AIESH 
  • REW
  • Resa (Provincie Luik)

U neemt best contact op met uw distributienetbeheerder om rechtstreeks de nodige stappen te bespreken. 

Er zijn vier opties mogelijk. (1) Plug & Charge: iedereen kan laden zonder registratie van de laadsessies. (2) Laden met verificatie (laadkaart) met beperking. U dient zelf in te stellen welke laadkaarten mogen laden. (3) Laden met verificatie (laadkaart) en zonder beperking. Hierbij kan iedereen laden zolang ze een laadkaart hebben en dus is uw laadpaal een semi-publiek laadpunt. (4) Een publiek laadpunt. Dit is een publieke laadpaal op openbaar terrein waar iedereen met laadpas kan laden. Indien uw laadpunt gebruikt wordt door anderen met laadkaart, ontvangt u, de eigenaar van het thuislaadstation, de vergoeding voor de verbruikte kWh en zal de eigenaar van de laadkaart de factuur krijgen.

Ja, indien uw thuislaadstation opengesteld is voor andere laadkaarten. Het verbruik wordt u dan terugbetaald door de laadpuntoperator, die de kost voor laden doorrekent via het leasecontract of de laadkaartovereenkomst van de afnemer.

Ja, indien uw thuislaadstation opengesteld is voor andere laadkaarten. Het verbruik wordt u dan terugbetaalt door uw laadpuntoperator, die de kost voor laden doorrekent aan de andere laadpuntoperator. Die laatste factureert op zijn beurt de laadkosten door via het leasecontract of de laadkaartovereenkomst van de afnemer.

De laadpaal valt niet onder de verzekering van uw leasecontract. Als u een laadpaal installeert, moet u dat als bestuurder aangeven aan uw brandverzekering, omdat het thuislaadstation een deel van het pand wordt.

Ja. Het thuislaadstation, die aan het huis (of op het domein van het huis) wordt geplaatst, wordt eigendom ‘door bestemming’. De investering van de laadpaal wordt ook over de termijn van het leasecontract volledig afgeschreven. Dus er is geen ‘restbedrag’ meer verschuldigd als het contract op de voorziene einddatum eindigt.

Neen. Een thuislaadstation hangt altijd vast aan een leasecontract van een wagen. Het leasecontract van de wagen is de link waarop wij de verbruiken van het thuislaadstation koppelen en zo correct kunnen factureren.

Ja, maar... (1) Een laadpunt is uitgerust met een SIM-kaart en zou eenvoudig kunnen gewisseld worden voor een SIM-kaart van een andere laadpuntoperator. Dit kan indien door ons toedoen, uw toedoen of door toedoen van uw werkgever een andere partner de voorkeur zou genieten. (2) Elke laadpuntoperator installeert zijn eigen laadpunten. Hierbij zijn ze zeker van een correcte installatie en geteste werking. Laadpuntoperatoren kunnen terughoudend zijn om laadpunten van andere operatoren over te nemen door twijfel aan de correcte installatie, werking en compatibiliteit van de hardware en software.

Neen. Een werkgever kan een laadinfrastructuur belastingvrij ter beschikking stellen. Bij het aflopen van het leasecontract, wordt de laadpaal eigendom van de eigenaar van het pand, en blijft de infrastructuur hangen. In theorie is er dan een Voordeel van Alle Aard (VAA) verschuldigd, al blijkt in de praktijk dat dit voordeel moeilijk in te schatten is, en dus nagenoeg 0 is.

Het mobiliteitsbeleid van uw bedrijf of werkgever moet duidelijk vermelden wat er gebeurt indien bijkomende kosten gemaakt worden omdat de werknemer verhuist tijdens de looptijd van het contract. Wat er gebeurt met uw laadpaal thuis tijdens het leasecontract hangt dus af van de afspraken met uw werkgever.

Het mobiliteitsbeleid moet duidelijk bepalen wat er gebeurt indien een werknemer het bedrijf voortijdig verlaat. Dit kunnen de volgende opties zijn: (1) Het bedrijf blijft de kost voor de laadinfrastructuur dragen. (2) U betaalt het bedrijf de resterende leasebedragen voor de laadinfrastructuur. (3) Het leasecontract voor de laadinfrastructuur wordt beëindigd. U en uw werkgever delen de kosten. (4) De nieuwe werkgever gaat akkoord om het leasecontract en de laadinfrastructuur over te nemen.

Het vermogen van een thuislaadpaal hangt in eerste instantie af van uw elektriciteitsaansluiting en hoeveel vermogen die kan leveren. 

Thuislaadpalen kunnen volgende vermogens hebben: 

Een normaal stopcontact is niet aangeraden aangezien het uw wagen oplaadt aan 2,3 kW en brandgevaar met zich meebrengt. U kiest dus het best toekomstgericht voor een laadpaal. Een normale laadpaal kan een laadvermogen leveren van 3,7kW tot 22kW, afhankelijk van de elektrische installatie (1-fasige of 3-fasige aansluiting) waarop de laadpaal aangesloten is. Het vermogen van uw laadpaal kan dus beperkt worden door het vermogen van uw elektrische installatie.

Het mobiliteitsbeleid moet duidelijk bepalen wat er gebeurt indien een werknemer het bedrijf voortijdig verlaat. Overweeg de volgende opties: (1) Het bedrijf blijft de kost voor de laadinfrastructuur dragen. (2) De werknemer betaalt het bedrijf de resterende leasebedragen voor de laadinfrastructuur. (3) Het leasecontract voor de laadinfrastructuur wordt beëindigd. De werkgever en werknemer delen de kosten. (4) De nieuwe werkgever gaat akkoord om het leasecontract en de laadinfrastructuur over te nemen.